Beknopte handleiding ‘zorg voor dwarslaesiepatiënten’

Beknopte handleiding ‘Zorg voor dwarslaesiepatiënten’

Bij dwarslaesiepatiënten kunnen zich specifieke problemen voordoen, zoals stoornissen in vasomotoriek,
sensibiliteit, blaas-/darmfunctie en seksualiteit. Speciaal voor de huisarts daarom een beknopt overzicht van
aandachtspunten in de zorg voor dwarslaesiepatiënten in de chronische fase.
Urineweginfecties (UWI)
De symptomen van UWI zijn vaak atypisch: patiënten voelen geen pijn, soms is er een toename van
spasme of incontinentie.
Een vlokkerige, sterk riekende urine, zonder dat patiënt koorts heeft, is geen reden voor antibiotische
behandeling. Bij frequente UWI’s altijd kweek afnemen voor starten antibiotica. Sluit blaas-/niersteen (m.n.
bij proteus in urine) uit met echo/X-BOZ.
Een UWI wordt soms veroorzaakt door toename van residu in de blaas. Advies aan de patiënt is dan vaker
te katheteriseren. Beoordeel ook de katheteriseertechniek, deze is soms onhygiënisch.
Een regelmatige controle door de uroloog is gewenst.
Urine-incontinentie
Als de incontinentie een gevolg is van UWI, dan deze behandelen. Sluit een blaassteen uit.
Overleg in het geval van blaasspasme met de uroloog; start eventueel met dridase/vesicare.
Incontinentie kan ook veroorzaakt worden door te laat katheteriseren. Ga de frequentie van het
katheteriseren na en adviseer de patiënt zonodig vaker te katheteriseren.
Net als bij mensen zonder neurologisch letsel, komt ook bij dwarslaesiepatiënten stressincontinentie voor.
Darmstoornissen
Over het algemeen worden dwarslaesiepatiënten behandeld met bulkvormende laxantia
(movicolon/metamucil) en zo nodig magnesiumoxide. Het gebruik van Lactulose wordt afgeraden!
Om defaecatie te reguleren krijgen patiënten op vaste tijden een Bisacodyl-zetpil of Microlax; soms maken
patiënten gebruik van darmspoelen.
Diarreeklachten duiden vaak op overloopdiarree bij obstipatie.
Seksualiteit en voortplanting
Bij erectiestoornissen is het beleid voorschrijven van cialis/viagra. Bij onvoldoende effect verwijzen naar
uroloog. Ook bij ejaculatie- en vruchtbaarheidsstoornissen is verwijzing naar een uroloog op zijn plaats.
Orgasmestoornissen komen ongeveer bij 50 % van de vrouwen voor.
Bij vrouwen met een dwarslaesie is ook vaak sprake van verminderde lubricatie, het gebruik van een
glijmiddel wordt daarom aanbevolen.
De vruchtbaarheid is onveranderd, denk dus aan anticonceptie (bij OAC bestaat wel een verhoogd
tromboserisico). In het geval van zwangerschap is medische controle noodzakelijk, de partus moet klinisch
plaatsvinden. Tijdens de zwangerschap is verwijzing naar een revalidatiearts noodzakelijk vanwege
veranderde zithouding en drukverdeling. Ook adviseert de revalidatiearts over aanpassingen en
hulpmiddelen voor de verzorging van het kind.
Decubitus
Ga na wat de oorzaak van de decubitus is, bijvoorbeeld: versleten matras of rolstoelkussen, verkeerd
aangemeten rolstoel, verkeerde zithouding, immobiliteit, condoomcatheter, etcetera.
Behandel provocerende factoren zoals: vochtige huid, koorts, anemie, hypo-albuminemie, corticosteroïden,
betablokkers, cytostatica, verwaarlozing.
Verwijs voor wondbehandeling naar revalidatiearts, nurse practitioner of plastisch chirurg in een
gespecialiseerd centrum.
Autonome dysreflexie
Autonome dysreflexie is een veelvoorkomende, levensbedreigende complicatie, vooral in het eerste jaar na
de laesie, soms ook later. Het komt voor bij laesies boven Th6 en is een reactie van het autonome
zenuwstelsel op prikkels uit het gebied onder het laesieniveau (bijvoorbeeld een te volle blaas of obstipatie,
maar kan ook een ingegroeide teennagel zijn). Er treedt gegeneraliseerde vasoconstrictie op met acute
bloeddrukstijging met als mogelijke complicaties CVA en myocardinfarct.
De symptomen zijn:
• Heftige, plotseling opkomende kloppende hoofdpijn • hevig transpireren, vooral in gezicht, nek en schouders • bleke, koude huid onder het laesieniveau Tensie meten om de diagnose autonome dysreflexie te bevestigen. De behandeling bestaat uit: • knellende kleding los maken, steunkousen uit • eventueel andere oorzaken uitsluiten, zo mogelijk wegnemen Als er na deze maatregelen geen snelle tensiedaling optreedt, starten met Nifedipine 5 mg, zonodig
herhalen. Als er geen verbetering optreedt, patiënt insturen naar UMCG.
Spasticiteit
Een toename van spasticiteit kan worden veroorzaakt door:
• andere infectie, zoals cholocystitis/appendicitis, ingegroeide teennagel Neem zo mogelijk de oorzaak van de toename van spasticiteit weg en verricht een algemeen screenend lichamelijk en laboratoriumonderzoek. Start bij ideopathische spasticiteit een medicamenteuze behandeling: de eerste keus is Baclofen, opbouwend tot maximaal 3dd 30mg. Bij geen effect de patiënt verwijzen naar revalidatiearts of neuroloog. Pijnklachten
Bij neuropathische pijn kunt u pijnmedicatie voorschrijven. De eerste keus is Amitriptyline A.N., tweede keus
is een combinatie van Amitriptyline en Gabapentine. De derde keus is Lyrica.
Als dit onvoldoende effect heeft, verwijzen naar revalidatiearts, pijnteam of neuroloog.
Pijnklachten als gevolg van surménage, vaak schouderklachten: adviseer de patiënt transfers en
rolstoelrijden te verminderen.
Hoofdpijn kan passen bij autonome dysreflexie (zie boven).
In het geval van compressieneuropathieën, met name CTS, verwijzen naar plastisch chirurg voor operatieve
behandeling.
Ook spasticiteit kan pijnklachten geven; spasticiteitsbehandeling geeft in dat geval pijnreductie.
Syringomyelie geeft pijn ter hoogte van of boven het laesieniveau, vaak ook een toename van neurologische
uitval/spasticiteit, soms hyperhydrosis. Verwijs naar een neuroloog voor MRI.
Temperatuurregulatie
Als gevolg van gestoorde vasomotoriek en transpiratie hebben dwarslaesiepatiënten in een warme
omgeving een neiging tot een hoge lichaamstemperatuur en in een koude omgeving juist een neiging tot
ondertemperatuur.
Hypothermie kan gepaard gaan met mentale traagheid, dysartrie, bradycardie, ritmestoornissen en andere
ECG-veranderingen (QRS-complex). Het beleid bij hypothermie is: geleidelijk opwarmen met warme
kleding, dekens en warme drank.
Een dwarslaesiepatiënt hoeft niet per definitie verhoging of koorts te hebben bij een infectie.
Hyperhydrosis
Hyperhydrosis kan het eerste symptoom zijn van syringomyelie. Advies: verwijs naar een neuroloog.
Het kan berusten op vegetatieve dysregulatie door niet-gevoelde pijnprikkel (blaas/darm) en het kan
ideopathisch zijn.
Extremiteiten
Dwarslaesiepatiënten hebben een verhoogd risico op diep-veneuze trombose en een verhoogd risico op
wonden en schimmelinfecties aan voeten.
Contractuurpreventie is noodzakelijk.
Bij zwelling van een extremiteit (ook zonder pijn): hematoom, fractuur en infectie (cellulitis) uitsluiten.
Symmetrisch oedeem is hypostatisch oedeem, ontstaan door een gestoorde vasomotoriek. Dit is te
behandelen met steunkousen.
Telefoonnummers
Voor vragen en overleg kunt u contact opnemen met Joke Sprik-Bakker, nurse practitioner van de
Dwarslaesieafdeling. Aanwezig van maandag tot en met vrijdag. Telefoon 050 5338653; e-mail
U kunt ook contact opnemen met de revalidatiearts via het secretariaat van de Dwarslaesieafdeling; telefoon
050 5338239.
Buiten kantoortijden kunt u via de receptie 050 5338911 contact opnemen met de dienstdoende
revalidatiearts.

Source: http://www.umcg.nl/SiteCollectionDocuments/Zorg/Verwijzers/Verwijsgids/Revalidatie/Dwarslaesiepatienten_beknopte_handleiding_zorg.pdf

Microsoft word - dapagliflozin sum final

For treatment of type 2 diabetes Commissioning guidance: Commissioners may wish to bear the following in mind when considering the commissioning of dapagliflozin:  Its place in the local care pathway should be defined by local Drug & Therapeutics or Area Prescribing  In the absence of such local guidance, it is the opinion of the committee that dapagliflozin may be suitable

Correction ex calculs n°7.doc

CORRECTION EXERCICE CALCULS DE DOSES n° 7 EXERCICE 1 Monsieur Ignace présente une maladie de Hodgkin de type scléro-nodulaire de stade IV. Il est hospitalisé pour une cure de chimiothérapie le 19/11 à 16 h 30. - Kytril® IV (anti-émétique), 1 ampoule de 3 mL dosée à 3 mg dans une poche de 50mL de NaCl 0,9 % sur 15 mn, une _ heure avant le début des antinéoplasiques,- Holoxan®

Copyright © 2010 Medicament Inoculation Pdf