#zaak

Fax 038 425 48 88 overijssel.nl [email protected] RABO Zwolle 39 73 41 121 Inlichtingen bij
fax 038 425 75 00 [email protected] Zaaknummer Z-HZ_NB-2013-015249 Natuurbeschermingswet 1998; wijzigingsbesluit Op 14 juni 2011 hebben wij aan Staatsbosbeheer voor het zenderen van Korhoenders in het Natura 2000-gebied ‘Sallandse heuvelrug’ een vergunning1 in het kader van art. 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) afgegeven. Op 15 februari 2013 hebben wij van u een brief ontvangen waarin u verzoekt om een wijziging van de betreffende vergunning2. In deze brief gaan wij op uw verzoek in. Wij gaan akkoord met uw ingediende verzoek tot wijziging van de eerder afgegeven beschikking ten aanzien van het zenderen van Korhoenders. De wijziging betreft het uitbreiden van het aantal gezenderde inheemse dieren tot maximaal 5 hennen. Voorschrift 5, 6, 13 en 18 van de op 14 juni 20113 verleende vergunning worden als volgt Voordat wordt begonnen met het vangen van de hennen, dient contact te worden opgenomen met ons meldpunt (telefoonnummer: 038 425 24 23). Bij deze melding dienen de exacte locaties van de verschillende valkooitjes aangegeven te worden. De gezenderde Korhennen mogen worden voorzien van een anti-tekenbandje (werkzame stof Elk onderzoeksjaar mogen maximaal 5 hennen voorzien worden van een halsbandzender. Indien in een onderzoeksjaar nog een gezenderde hen van voorgaand jaar aanwezig is, dan Bijlagen
Datum verzending
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning Voorschrift 13: Uitsluitend indien er onvoldoende hennen (minder dan 5 hennen in totaal ) gezenderd zijn, dan mag op basis van nestplaatsonderzoek worden geprobeerd, wederom na uitkomst van de eieren, enkele hennen tezamen met enkele van hun kuikens met een schepnet of licht sleepnet te vangen. Voorschrift 18 Het volgen van de korhoenders middels peilingen gebeurt de eerste 6-8 weken na uitkomst maximaal 5 keer per dag en 1 keer 's nachts; en in de winterperiode maximaal 3 peilingen per week. Door of namens de vergunninghouder dient een logboek bij te worden gehouden, waarin worden vastgelegd op welke dagen de peilingen zijn uitgevoerd. Op verzoek van de toezichthouder dient het logboek te worden overlegd voor raadpleging. De overige voorschriften van het besluit van 14 juni 20114 hoeven hiervoor niet te worden aangepast en blijven onverminderd van toepassing. Toelichting op ons besluit
Om meer inzicht te krijgen in de overleving tijdens de kuikenfase van de populatie korhoenders op de Sallandse Heuvelrug wordt onderzoek met behulp van radiotelemetrie uitgevoerd. Vergunning is verleend voor de periode 2011 – 2013. In 2011 en 2012 werd daarbij maximaal 20% van de hennen voorzien van een lichtgewicht VHF halsbandzender (1- Wijziging en onderbouwing Het onderzoek is in 2011 en 2012 volgens de vergunningsvoorwaarden uitgevoerd. In deze jaren is een verdere achteruitgang van Korhoenders waargenomen. Op basis van de veldwaarnemingen van 2012 wordt de populatie bij aanvang van 2013 geschat op 9 hennen en 1-2 hanen. Het onderzoek heeft inzichtelijk gemaakt dat de bottleneck voor de Korhoenpopulatie de geringe kuikenoverleving is. De vergunninghouder, Staatsbosbeheer werkt samen met Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland en het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug (verder: de partners) aan het behoud van de laatste Korhoenpopulatie van Nederland. Als ondersteuning wordt gebruik gemaakt van een commissie van deskundigen. Deze deskundigen hebben in de meest recente bijeenkomst van 25 januari 2013 een aantal concrete aanbevelingen gedaan voor de verdere uitvoering van het onderzoek en nadrukkelijk geadviseerd om alles te doen wat in het vermogen ligt om de laatste Korhoenpopulatie van Nederland te behouden5. De onafhankelijke commissie doet verschillende aanbevelingen voor onderzoek en maatregelen (bijvoorbeeld wisselen van eieren, pathologisch onderzoek). Op basis van de aanbevelingen vraagt u een wijziging aan van voorschriften 5 en 6 en 13 van de vergunning. 4 Kenmerk 2011/0111253 5 De samenstelling van de commissie en een verslag van deze bijeenkomst is als bijlage bij de aanvraag toegevoegd Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning Wijziging voorschriften 5, 6 en 13 Uitbreiding tot maximaal 5 gezenderde hennen

Voorschriften 5, 6 en 13 van de vigerende vergunning bevatten voorwaarden met betrekking
tot het maximale aantal hennen dat mag worden gezenderd (maximaal 20% van getelde
hennen).

Met de huidige populatie van 9 hennen, zouden volgens de in 2011 verleende vergunning
maximaal twee hennen gezenderd mogen worden waardoor maximaal twee nesten/tomen
kunnen worden gevonden. U stelt voor om het aantal gezenderde korhoenders uit te breiden
tot maximaal 5.
De onafhankelijke commissie heeft aanbevelingen gedaan om het onderzoek te versterken.
Om de nesten en kuikenfase beter in beeld te krijgen is het vanuit het oogpunt van onderzoek
zeer wenselijk een groter deel van de hennen te kunnen volgen gezien:
a) het belang van het opsporen van nachtrustplaatsen om dode kuikens te kunnen verzamelen en informatie over de kuikenperiode te verkrijgen; b) het belang van het opsporen van korhoennesten (in verband met het eventueel wisselen van eieren om genetische variëteit te verhogen en de populatie te versterken): een separate Nb-aanvraag volgt); Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kunnen maatregelen worden geformuleerd die de kuikenoverleving verbeteren. Als deze niet verbetert zal de populatie op termijn uitsterven. De voor de soort minst belastende opsporingsmethode voor nesten is het zenderen van een aantal hennen buiten de broedperiode. Door het volgen van gezenderde hennen kunnen nesten en nachtrustplaatsen worden gevonden. De nachtrustplekken van hennen met kuikens worden pas bezocht als deze overdag al enige tijd verlaten zijn zodat geen verstoring van de tomen optreedt. Dode kuikens op deze nachtrustplekken worden verzameld ten behoeve van pathologisch onderzoek en poepjes t.b.v. voedselonderzoek. Bij het vangen, zenderen en volgen van hennen is er een mogelijk risico van sterfte, verzwakking of gedragsverandering als gevolg van: stress of calamiteiten bij het vangen. De wijze van vangen blijft ongewijzigd. Daarbij gelden mogelijk andere toestemmingsvereisten zoals de Flora en faunawet. het dragen van de zenders. Om te verifiëren of het dragen van de zenders tot hinder voor de vogels leidt, zijn in 2012 de vier gezenderde korhoenders (totaal van de inheemse en bijgeplaatste Zweedse) intensief gevolgd, met name in de eerste twee weken om te achterhalen of deze hinder ondervinden. Uit het actieve foerageergedrag, actieve bewegingen door het terrein en het feit dat de twee gezenderde inheemse hennen daarnaast ook de baltsplekken bezochten en vervolgens ook zijn gaan broeden, is geconcludeerd dat korhoenders geen last ondervonden van de aangebrachte zender. regelmatige verstoring. Doordat de gezenderde dieren grotendeels op afstand worden gevolgd, is de verstoring voor hennen en tomen zeer beperkt, ook indien het aantal gevolgde dieren wordt uitgebreid. Één van de voorzorgsmaatregelen in de vigerende vergunning is het aantal te zenderen vogels te beperken tot maximaal 20% van de populatie. Indien meer hennen worden gezenderd, dan ondervinden meer dieren deze risico’s. Door de voorgenomen uitbreiding van het aantal te zenderen vogels tot 5 hennen zal een kleine toename optreden van de kans op extra sterfte onder Korhoenders (5 in plaats van 2 hennen ondervinden een risico van <1 % op additionele Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning sterfte). De ervaringen van de afgelopen jaren bevestigen echter het zeer beperkte risico bij
het vangen en zenderen zoals dit de afgelopen twee jaar is uitgevoerd.
Gezien de hierboven geschetste belangen van het onderzoek voor het verbeteren van de
duurzame instandhouding van de populatie Korhoenders op de Sallandse heuvelrug en het
zeer lage risico van het vangen en zenderen van korhennen, stemmen wij in met het verzoek
om het maximaal aantal te zenderen hennen te verhogen tot 5 hennen.
Het zenderen en volgen van een groter aantal hennen heeft vergelijkbare, verwaarloosbare
gevolgen op de overige instandhoudingsdoelen zoals beschreven in de huidige vergunning. De
bestaande voorwaarden blijven daarbij van kracht (voorschrift 17).
De voorschriften 5, 6 en 13 worden aan het nieuwe aantal te zenderen Korhennen aangepast.
Wijziging voorschrift 5. Anti-tekenbandje
Een tweede gevraagde wijziging van voorschrift 5 betreft het toestaan van het toepassen van een anti-tekenbandje bij de gevangen en gezenderde hennen. Het aantal teken bij jonge kuikens blijkt in 2011 en 2012 veel hoger dan in de jaren ‘80, toen ook kuikenonderzoek heeft plaatsgevonden. Dit doet vermoeden dat dit een factor kan zijn bij de kuikenoverleving. De onafhankelijke commissie raadt het gebruik van het anti-tekenbandje aan om bloedarmoede en infectie met virussen bij de kuikens zoveel mogelijk te voorkomen om de kuikenoverleving Uit de in de aanvraag aangehaalde onderzoeken blijkt dat het gebruik van een anti- tekenbandje het aantal teken op de kuikens sterk vermindert en dat de overleving van kuikens en hennen kan verbeteren. Voor Korhoen heeft toepassing van de maatregel alleen positieve
effecten.
Het toegepaste middel Permethrin kent een goede afbreekbaarheid in het milieu. De bandjes
zelf dienen niet los te komen van de poot en komen bij een eventuele dood van de hennen vrij
in het milieu als zwerfafval.
Gezien het beperkte aantal bandjes dat in het milieu terecht kan komen, zal dit niet leiden tot
negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen.
Wij kunnen instemmen met de voorgestelde wijziging. Aan voorschrift 6 wordt de volgende zin
toegevoegd : De gezenderde Korhennen mogen worden voorzien van een anti-tekenbandje
(werkzame stof Permethrin) om de poot.

Ambtshalve wijziging voorschrift 18

Voorschrift 18 heeft betrekking op het maximaal aantal peilingen dat mag worden uitgevoerd.
Vanuit het oogpunt van naleefbaarheid en controle van voorschrift 18 is het noodzakelijk dat
wordt bijgehouden wanneer de zenders in het veld worden uitgelezen. Aan voorschrift 18
wordt het bijhouden van een logboek toegevoegd.

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning Conclusie Wij onderschrijven de conclusies uit het verzoek tot wijziging van de vergunning. De wijziging van de vergunning leidt niet tot andere effecten / negatieve effecten op de kwalificerende habitattypen en soorten in het Natura 2000-gebied. Op grond hiervan kunnen wij akkoord gaan met de wijziging van de huidige vergunning wat betreft het uitbreiden van het aantal gezenderde Korhoenders tot maximaal 5 en het toepassen van anti-tekenbandjes op nieuw te zenderen korhennen. De voorschriften 5, 6 en 13 worden hiervoor gewijzigd. Zienswijzen Op basis van artikel 44, lid 3, Nbwet zijn de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten gedurende een termijn van acht weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. De gemeente Hellendoorn heeft op 27 februari 20136 laten weten geen gebruik te zullen maken van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. De gemeente Rijssen-Holten heeft op 27 februari 20137 laten weten geen gebruik te zullen maken van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Gerard Wijnsma op telefoonnummer 038 499 76 00. Afschriften
Afschriften van dit besluit worden verzonden aan Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten, en het ministerie van Economische Zaken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Willem van der Galiën, teamleider Vergunningverlening 6 Binnengekomen op 28 februari 2013, kenmerk 2013/0066685 7 Binnengekomen op 1 maart 2013, kenmerk 2013/0069252 Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning Niet mee eens?
Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending
van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen
kunt u hieronder lezen.
Rechtsmiddel
Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een
belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team
Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 - 499 93 05).
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c.
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

Source: http://www.overijssel.nl/publish/pages/132456/beschikking_nbw_staatsbosbeheer.pdf

Untitled

Actualización en neuroquímica y terapéutica farmacológica de las ataxias cerebelosas J. Gazulla ACTUALIZACIÓN EN NEUROQUÍMICA Y TERAPÉUTICA FARMACOLÓGICA DE LAS ATAXIAS CEREBELOSAS Resumen. Objetivo . Recopilar los datos neuroquímicos disponibles sobre las diferentes ataxias cerebelosas y los múltiples ensayos terapéuticos realizados hasta el momento actual. Desarrollo . Se h

Jordanien-sonderpreise 2014_heiliges land-folder

Jordanien Sonderpreise im Januar und REISEVORSCHLAG FÜR GRUPPEN Februar 2014 8-tägige Studienreise mit zwei Tagen Petra 1. Tag Anreise schen Zeit gefunden wurde. In der Umgebung Mukhawir , dem biblischen Machärus , oberhalb Linienflug von Frankfurt/M., Berlin oder Mün befindet sich das Heiligtum eines Eremitendes Toten Meeres, wo sich, erbaut auf d

Copyright © 2010 Medicament Inoculation Pdf